Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [27]En zij had de heerlijkheid Gods, en haar [28]licht was den allerkostelijksten steen gelijk, [namelijk] als den steen Jaspis, blinkende gelijk kristal. 27. Namelijk die haar overscheen en verheerlijkt, gelijk God zelf wordt gezegd een ontoegankelijk licht te bezitten; 1 Tim.6:16. 28. Of glans.